Door Vincent Hesselink, arts

Veel mensen hebben klachten die te maken hebben met de wervelkolom, het bekken en de andere gewrichten. Bijvoorbeeld lage rugpijn en nekpijn met of zonder uitstraling in arm of been, hoofdpijn, of schouderpijn. Ondanks vele onderzoeken worden er vaak “geen afwijkingen” gevonden. Er wordt vaak gesproken over “aspecifieke rugklachten” en een diagnose wordt niet gesteld. Ondanks diverse behandelingen en therapieën blijven de klachten bestaan. Er is een groep van ruim zeventig artsen in Nederland die zich heeft gespecialiseerd in deze vaak nog onbegrepen klachten van het bewegingsapparaat: de artsen voor OrthoManuele Geneeskunde. Ze zijn aangesloten bij de NVOMG.

De methode

De basis voor de OrthoManuele Geneeskunde werd in 1965 gelegd door de Amsterdamse arts mevrouw M.Sickesz. Daarom wordt het ook wel de “Methode Sickesz” genoemd. Zij stelde vast dat veel klachten van het bewegingsapparaat te maken hebben met kleine, corrigeerbare afwijkingen in de wervelkolom, het bekken en de andere gewrichten. Vervolgens ontwikkelde zij een effectieve methode om op systematische manier deze afwijkingen te corrigeren en zo de klachten te behandelen.

De methode is gebaseerd op een zeer nauwkeurig lichamelijk onderzoek, waarbij wordt gezocht naar afwijkingen in de stand van het bekken, de wervels en de andere gewrichten. Dit zijn vaak millimeter kleine afwijkingen die soms grote klachten kunnen veroorzaken en op termijn ook slijtage of hernia. In het bijzonder wordt gekeken naar een bekkenscheefstand of bekkenverwringing en de gevolgen daarvan voor de hele wervelkolom. In principe moeten alle gewrichten in de juiste stand staan. Door een standafwijking raakt de functie van het gewricht en het aangrenzende zenuwstelsel gestoord en kunnen genoemde klachten en afwijkingen ontstaan. Het bewegingsapparaat is een keten van onderdelen dus kunnen er ook verstoringen op afstand van de afwijking optreden.

Een dergelijke standafwijking kan veroorzaakt worden door kleine of grote ongevallen recent of in het verleden. Dit kan zijn vertillen, verdraaien, verstappen, een valpartij, een verkeersongeval, whiplash, hersenschudding etc. Ook kan langdurige overbelasting door verkeerde ergonomie of een verkeerde houding leiden tot standafwijkingen.

Een standafwijking in de wervelkolom geeft ter plaatse van de scheve wervel een prikkeling van het zenuwstelsel. Allerlei klachten kunnen daardoor ontstaan, niet alleen klachten van de nek en de rug, maar ook klachten op afstand, zoals uitstraling in arm of been, of van de inwendige organen (bijvoorbeeld hartkloppingen, obstipatie etc.).

De behandeling

Na het onderzoek waarbij van alle wervels en het bekken de stand wordt bepaald, wordt een behandelplan opgesteld. Op dat moment kan al redelijk nauwkeurig worden geschat hoeveel behandelingen er nodig zijn.

De behandeling heeft tot doel alle standafwijkingen op te heffen. De oorspronkelijke functie van de wervelkolom, het bekken en het geprikkelde zenuwstelsel kan zich daarna herstellen. Ook schade aan de tussenwervelschijf kan daarna herstellen.

De techniek van de behandeling is manueel, met de handen en soms met een hamertje en drevel worden de wervels, het bekken en andere botstukken op zijn plaats geduwd of getikt. De patiënt wordt tijdens de behandeling steeds in wisselende houdingen gelegd soms over kussens heen om zo de botstukken in de goede stand te krijgen. Hierdoor is maar weinig kracht nodig en hoeft er nooit een eindstand van een gewricht te worden opgezocht. Daarom is de behandelmethode veilig. Er wordt niet “gekraakt”.

Niet alle wervels kunnen tijdens één behandeling worden gecorrigeerd. Daarom zijn er meerdere behandelingen nodig waarbij de arts steeds voortbouwt op wat er daarvoor is bereikt. Het aantal consulten verschilt per patiënt, het hangt af van de uitgebreidheid van de afwijkingen. Gemiddeld zijn er vijf behandelingen nodig. Het beste behandelschema is eenmaal per week, langere tussenpozen zijn geen bezwaar. Na de laatste behandeling wordt een herstelperiode ingelast. Na drie maand volgt dan een nacontrole en worden meestal nog wat correcties gedaan. Als alles goed is wordt dan de behandeling afgerond.

Gunstig effect bij moeilijke klachten

De patiënten die zich aanmelden bij een OrthoManuele arts hebben vaak een lang medisch traject achter de rug en zijn terecht gekomen in de chronische fase van de aandoening. De kans op natuurlijk herstel of een succesvolle behandeling is dan ook kleiner. Toch heeft OrthoManuele behandeling in deze groep een gunstig effect.

Aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam zijn in 1990 twee artsen gepromoveerd op een onderzoek naar de waarde van OrthoManuele geneeskunde. De onderzoekers vonden verbetering bij ruim tweederde van de 2000 ondervraagde patiënten. Sinds dit promotieonderzoek heeft het vak zich verder ontwikkeld en is de behandeltechniek verbeterd.

Op dit moment loopt er een studie bij het EMGO instituut van de Vrije Universiteit van Amsterdam om de waarde van OrthoManuele geneeskunde verder te onderbouwen.

Ook in onze praktijk in Joure wordt bij patiënten het effect en de tevredenheid onderzocht en geregistreerd. Ongeveer driekwart van de patiënten geeft aan na de behandeling goed tot restloos te zijn hersteld en is tevreden over de behandeling.

Een deel van de patiënten heeft in de loop der tijd wel weer eens nieuwe klachten deze kunnen dan vaak met een of twee correcties worden hersteld.

Samenvatting

OrthoManuele geneeskunde is een effectieve methode om moeilijke rug- en nekklachten te behandelen. De behandeling wordt alleen door artsen verricht en is veilig. Er zijn relatief weinig behandelingen nodig en het succespercentage is hoog. De resultaten zijn wetenschappelijk onderbouwd.